Scroll Top

Fysiek FIT bij Beaphar

Gezond aan het werk, nu én in de toekomst. Om vervolgens fit en met plezier je pensioen te kunnen halen. Een mooi streven, waar diervoeding, genees- en verzorgingsproducten fabrikant Beaphar haar eigen verantwoordelijkheid in erkent. Sinds 2019 werkt de organisatie samen met haar medewerkers aan een fysiek én mentaal fitte organisatie.

Gezond aan het werk

Beaphar streeft ernaar dat al haar medewerkers nu en in de toekomst gezond aan het werk zijn en op die manier fit en met plezier hun pensioen kunnen behalen. “Vitaliteit zien wij als verantwoordelijkheid van zowel werkgever als werknemer. Om ook tijdens het werk aandacht te geven aan vitaliteit, hopen we onze medewerkers te kunnen motiveren en ondersteunen bij aandacht voor hun eigen vitaliteit. Vitale medewerkers ervaren meer werkplezier, zijn productiever en zijn minder vaak ziek, dus uiteindelijk hebben we er allemaal baat bij.” vertelt HR-Adviseur Rosemarie Haarman.

Rosemarie Haarman, HR-Adviseur bij Beaphar.

Fit@Beaphar

In 2019 werden de eerste concrete stappen richting deze visie gezet door het samenstellen van de projectgroep ‘Fit@Beaphar’. Deze projectgroep bestaat uit acht medewerkers, werkzaam in de verschillende geledingen van Beaphar. De projectgroep maakt alle keuzes die betrekking hebben op het thema ’Duurzame Inzetbaarheid’.

Fit@Beaphar koos dan ook het eerste thema waar de organisatie mee aan de slag is gegaan: aandacht voor fysieke belasting. In samenwerking met een specialist in duurzaam fysiek werk, Buro voor Fysieke Arbeid (BVFA) werd er een plan opgesteld om dit project, inmiddels omgedoopt tot ‘Fysiek Fit @Beaphar’, in te richten. “Veel van onze medewerkers hebben nu eenmaal fysiek belastend werk,” vertelt Rosemarie. “Het was dan ook een mooi thema om mee te starten. Ook omdat we zagen dat klachten aan het bewegingsapparaat toenamen is het een belangrijk aandachtspunt, want uiteraard willen we dat onze medewerkers gezond aan het werk kunnen en blijven. Om dit ook gelijk goed aan te pakken kwamen we al vrij snel tot de conclusie dat we een partij nodig hebben gespecialiseerd in fysieke belasting op de werkvloer, maar ook met een praktische benadering. Zo kwamen we uit bij Buro voor Fysieke Arbeid.”


Voor én door de werkvloer

Een van de centrale onderdelen in het plan was coaching op de werkvloer. Een krachtig middel om medewerkers bewust te maken van de impact van fysieke belasting op hun lichaam en gezondheid. “Geen coach van buitenaf, maar juist eigen medewerkers opleiden tot coach en dus de kennis in eigen huis hebben en houden, dat is wat ons betreft de kracht van dit project.” aldus Rosemarie.

Al snel werd er een interne sollicitatieprocedure gestart voor toekomstige interne coaches. Hieruit zijn zeven medewerkers geselecteerd, die zichzelf vrijwillig hebben aangedragen met de motivatie om fysieke belasting bij Beaphar tot een minimum te brengen. Deze medewerkers volgden het traject ‘Coach Fysiek Fit’ en mogen zich inmiddels officieel fitcoach noemen. Hun takenpakket bestaat uit het in kaart brengen van werkplekken, doorvoeren van verbeteringen en het coachen van collega’s op de werkvloer. Samen met de unitleiders borgen zij de aandacht voor fysiek gezond werken.

Het coachingstraject bleek een succes! Vandaag de dag worden er nog steeds interne coaches opgeleid, met veel plezier: “De opleiding heeft invloed op de manier waarop ik naar mijn werk kijk en hoe ik het uitvoer. Kleine aanpassingen kunnen een groot verschil maken! Ik hoop dat ik mijn collega’s straks kan motiveren om onze werkplekken en -houdingen te verbeteren.” aldus een fitcoach in opleiding.

Beaphar medewerkers, onder begeleiding van Buro voor Fysieke Arbeid-trainer José Tijsen-Agema aan de slag op de werkvloer.

Workshops

In 2021 is het project Fysiek Fit@Beaphar breder uitgerold in de vorm van workshops. Alle vaste medewerkers werden meegenomen in een drie uur durende workshop over de basis van fysieke belasting. De trainer van Buro voor Fysieke Arbeid werd in elke sessie ondersteund door twee interne coaches, die enerzijds ondersteuning boden in de praktische oefeningen en anderzijds herhaling kregen vanuit de inhoud die er besproken werd. Aansluitend kregen alle deelnemers de kans om gebruik te maken van coaching op de werkvloer.

De reacties op de workshops waren overwegend positief. Een medewerker vertelt: “De workshop vond ik echt heel interessant! Ik zie het model van een rug en de uitleg hierbij nog steeds voor me: wat een goede beweging en is wat niet. Ik let thuis ook veel meer op hoe ik sta: op twee benen en recht voor wat ik doe, zodat ik niet draai met mijn rug. Over 2 jaar ga ik met pensioen, maar ik merk dat ik het echt wel probeer en er baat bij heb.” 

“De coaches zijn echt actief bezig op de afdeling. Dat is zeker positief. Zelfs de kritische mensen zijn ‘om’. We hebben onze eerste aanvraag voor een aanpassing van een werkplek naar de TD toe, weer terug gekregen. De aanpassing werkt zoveel makkelijker voor de mensen op die werkplek. En het kan nog beter, maar daar gaan we nu weer mee aan de slag.” aldus een aanwezige unitleider.

Ook de projectgroep en HR-afdeling zijn tevreden over de workshops, voegt Rosemarie toe. “Er is meer bewustwording op het gebied van fysiek gezond werken, de medewerkers zijn meer bewust van de effecten van fysieke belasting op hun eigen lichaam, maar vooral ook  wat ze zelf kunnen doen door aanpassingen in eigen houding en beweging tijdens het werk. Daarnaast is gebleken dat soms met een paar kleine aanpassingen op de werkvloer het werk fysiek minder zwaar kan worden.”


De aanhouder wint

Gedurende het project zijn er positieve resultaten behaald, mede door de samenwerking van de coaches, de leidinggevenden, de projectgroep Fit @Beaphar en uiteraard trainer José Tijsen-Agema van Buro voor Fysieke Arbeid. “De kunst is om dit project met elkaar levend te houden en er de juiste aandacht voor te hebben en te houden.” licht Rosemarie toe.

Toch verloopt een project zoals dit niet zonder slag of stoot. Het samenvoegen van de DI-visie op het gebied van fysieke belasting met de dagelijkse gang van zaken binnen de organisatie is een proces voor de lange adem, waarin de aandacht soms kan verslappen. “Als je jarenlang op een bepaalde wijze hebt gewerkt is het gewoon heel lastig om die werkwijze, op basis van de nieuwe inzichten, te veranderen, dat heeft aandacht en tijd nodig. Dat herkennen we denk ik allemaal. Ook worden er soms mogelijke verbeteringen gesignaleerd die niet eenvoudig en zonder grote investeringen te realiseren zijn en dan kan de oplossing soms een tijdje op zich laten wachten, dat kan soms frustrerend werken voor de betreffende medewerkers en coaches.” vertelt Rosemarie. “Het is essentieel om te communiceren over wat we allemaal wel gerealiseerd hebben en waarom er voor wordt gekozen om sommige dingen (nog) niet te realiseren. Ook hebben we te maken gehad met verloop in de groep coaches en een nieuwe coach voor de afdeling is uiteraard niet gelijk beschikbaar en opgeleid, dus dan ligt de daadwerkelijke coaching op de afdeling even ‘stil’. Inmiddels zijn we weer gestart met het opleiden van een nieuwe  groep coaches en wordt het project ook uitgerold op andere afdelingen, een mooie ontwikkeling!”


Gezond zijn én blijven

De plannen voor de toekomst? “We zijn afgelopen jaar gestart met een vitaliteitsprogramma voor alle medewerkers, met inspiratiesessies en workshops op het gebied van werk-privé balans, slapen, gezonde voeding, stressreductie etc. Daarnaast is er voor medewerkers een mogelijkheid om een ‘speeddate’ te plannen met een leefstijlcoach of een mental coach, alles gewoon onder werktijd.” aldus Rosemarie. Aandacht voor gezondheid en vitaliteit is en blijft een belangrijk onderwerp op de agenda van Beaphar! 

Wil jij als organisatie aan de slag met één (of meerdere) van de hierboven genoemde activiteiten?
Dan is de kans groot dat je hierbij gebruik kunt maken van subsidie via Food in Transitie 2030. Onze experts kijken graag met je naar de mogelijkheden. Neem contact met ons op: fit2030@sol-online.nl.

*Het programma FIT2030 en alle onderliggende activiteiten worden mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.