Een volledig circulaire economie: in 2050 wil de overheid dat bereikt hebben. In het plan naar 2050 ligt de primaire focus op thema’s zoals circulair maken, (in)kopen, materiaalgebruik en hernieuwbare grondstoffen. Minder prominent aanwezig in dit plan is de sociale factor in de circulaire economie: de mens. Hoe maken we de kring van de circulaire economie rond zonder mens?
Een circulaire economie: wat vraagt het van de mens? Om toe te kunnen werken naar een circulaire economie in 2050 is er perspectief nodig voor sociale transitie. Banen zullen veranderen en er zal een beroep worden gedaan op andere vaardigheden en competenties.
Circulaire economie is daarmee geen instrument, maar een doel. Dit doel biedt perspectief om de samenleving te verduurzamen. Om dat doel te bereiken is de mensfactor een cruciale voorwaarde. Duurzaamheid kent namelijk geen eenzijdige, maar een 360 graden benadering. Het bestaat uit drie onderdelen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: sociaal, ecologisch en economisch. De mensfactor wordt in de huidige plannen vooral ondergebracht in thema’s zoals werkgelegenheid, maar de sociale component van de circulaire economie is in werkelijkheid veel breder en crucialer.
Circulariteit gaat verder dan materialen
Het debat over de circulaire economie is breder dan de verduurzaming van grondstoffen en het circulair maken van kringlopen alleen. Daarbij worden enkel de economische en ecologische component behandeld en is de sociale component onderbelicht. Want naast gevolgen voor de werkgelegenheid gaat de transitie over veel meer dan dat. Het gaat over het vitaal, vaardig en wendbaar maken van mensen om ze klaar te maken voor de uitdagingen van de toekomst. Dit alles, zodat zij straks op een gezonde manier, met de juiste vaardigheden in staat zijn om mee te bewegen met de veranderende wereld van werk.
Sociaal circulair
Mensen zijn geen materialen. Het gaat over mensen met gevoelens, noden en wensen. Mensen zijn ook niet zomaar even te ‘transformeren’ zoals grondstoffen. Het circulair en duurzaam maken van de arbeidsmarkt is daarom wellicht nog veel complexer proces.
Binnen de sociale component van de circulaire economie is er ook sprake van een lineaire economie die circulair gemaakt kan worden. Denk daarbij aan alle talenten en vaardigheden die niet worden ingezet en aan werkenden die niet vitaal zijn. In de lineaire economie staat deze groep op afstand of buiten spel. Zo kan je spreken van ‘sociale reststromen’ binnen het menselijk kapitaal, zoals de reststromen dit zijn bij materiaalstromen. Het zijn die stromen waar tekorten zijn en wordt verspild: in dit geval talenten en vaardigheden.
Circulair human capital als kans
Gezien de huidige krapte op de arbeidsmarkt zijn deze stromen meer dan ooit nodig om transities het hoofd te bieden. Als we als duurzame economie optimaal gebruik willen maken van de mens, moeten we optimaal gebruik maken van kennis, kwaliteiten en vaardigheden. Door dat te doen op een manier waarbij alle componenten (economisch, ecologisch, sociaal) in een gezonde balans zijn, kunnen we een duurzame richting inzetten. Net als bij materiele reststromen willen we daarmee schaarste en (sociale)verspilling voorkomen. We willen de mens op een vitale manier zo duurzaam mogelijk inzetten.
Waarom dit zo noodzakelijk is?
- De vergrijzing zet steeds verder door: arbeid wordt schaarser.
- Langer doorwerken vraagt om vitaliteit.
- Veranderende vraag naar competenties vraagt om zicht op competentie en potentie.
- Door hergebruik en door langer gebruik te maken van spullen zullen maakbanen een andere rol krijgen. Denk aan een toename van reparatiebanen en logistiek.
Sociale afwegingen in de circulaire keten
De sociale component binnen de circulaire keten vraagt ook om afwegingen. Echter zijn de sociale componenten vaak minder grijpbaar. De sociale component is geen ‘product’, is anders meetbaar en moeilijker objectief te beoordelen. Op weg naar de circulaire economie zal ieder bedrijf voor sociale dilemma’s komen te staan met betrekking tot de sociale component. Wat kies je dan?
Welke sociale dilemma’s bieden welke kansen? Drie voorbeelden.
- Sociale inclusiviteit
Neem je mensen in dienst met een afstand tot de arbeidsmarkt? Heb je oprechte interesse in de ontwikkeling van mensen?
> Door kansen te bieden met betrekking tot training en ontwikkeling kunnen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt toch inhaken en bijdragen. Zo wordt er optimaal gebruik gemaakt van menselijk talent. - Circulaire groei
Welke spanning staat er tussen duurzame circulaire idealen en impact door schaal? Hoe kun je de idealen van de circulaire economie borgen en tegelijkertijd pragmatisch groeien?
> Er liggen kansen bij het aangaan van lokale en regionale samenwerkingen. Hier kunnen duurzame waarden centraal worden gesteld en de sociale kracht ingezet worden voor centrale oplossingen. - Sociale innovatie
Kan er bespaard worden op menselijk kapitaal? Hoe kan het efficiënter? Wat moet er daarvoor geschrapt of behouden worden? Wie of wat betaald uiteindelijk die prijs en past dat binnen de circulaire economie?
> Kansen liggen in het stellen van randvoorwaarden waarin menselijk kapitaal beschermd en geborgd wordt op een gezonde manier. Ook liggen er kansen in het zoeken van gemeenschappelijke delers tussen doelstellingen gezien vanuit het circulaire denken. Hoe kunnen we zorgen dat iedereen meedoet en we tegelijkertijd samenbouwen aan een circulaire economie?
Dit zijn precies de vraagstukken waar Stichting Ontwikkelingsfonds Levensmiddelenindustrie (SOL) handvatten voor biedt. Het grootste kapitaal van de organisatie is de mens. Daarin zie je het belang van weerbaarheid én wendbaarheid van medewerkers. Als zij weerbaar zijn en transities het hoofd kunnen bieden, kun je als organisatie wendbaar zijn in een tijd van transitie. Maak medewerkers toekomstbestendig met subsidiabele activiteiten waarmee iedere organisatie kan aanhaken op transities.
Geschreven door: Lianne Schonewille en Lotte van Keulen
*Het programma FIT2030 en alle onderliggende activiteiten worden mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.